Het woonprobleem
Het gevolg van structureel falend beleid
07 oktober 2021
*** (De verklaring voor de sterretjes vind je hier.)
Een dak boven je hoofd hebben, liefst een dat niet lekt, is niet zo maar luxe. Wonen is een grondrecht. Meer nog, een betaalbare, waardige woning hebben, is een grondrecht. En toch kan niet iedereen erover beschikken. Dat heeft tal van oorzaken, zoals vastgoedspelers die woningen opkopen en ze peperduur verhuren of verkopen, maar het blijkt toch voornamelijk te komen door een gebrek aan degelijk beleid. En het zijn de meest kwetsbare mensen, jongeren, kansarmen die daar het meest onder te lijden hebben.
Omdat wij graag weten wat jullie denken over de themadossiers, zodat we waar nodig kunnen aanpassen en verbeteren, vragen we jullie om dit beoordelingsformulier in te vullen. Alvast hartelijk dank!
Vrije markt en bewuste politieke strategie
“De bescherming van het eigendomsrecht is artikel 5 van de Belgische grondwet. En het recht op wonen is artikel 23 in de grondwet. Dit zegt al veel”, zegt Sarah De Laet, geograaf voor Inter-Environnement Bruxelles aan Keltoum Belorf op DeWereldMorgen. En dat is een bewuste politieke strategie. De beruchte baksteen in de maag van de Belg, is een constructie. En intussen zorgt de vrije markt voor almaar stijgende prijzen waardoor zelfs de middenklasse niet zo maar nog een huis kan kopen. Of huren.
Verlaging registratierechten
Het is de Vlaamse overheid niet ontgaan dat woningprijzen de pan uit swingen, en dat jonge mensen nauwelijks nog een huis kunnen kopen. Daarom stelt Vlaams minister van begroting Matthias Diependaele (N-VA) voor om de registratierechten op de aankoop van een huis van 6 naar 3 procent te verlagen. Maar dat vindt socioloog en ruimtelijk planner Pascal De Decker (KU Leuven) niet meer dan gemorrel in de marge. Op Apache legt hij ook uit dat hij vermoedt dat deze fiscale maatregel finaal zal worden verrekend in de vraagprijs.
Systeemfout
Pascal De Decker komt ook in dit (oudere, maar nog steeds relevante) artikel van MO* aan het woord, samen met Hugo Beersmans. En ook hier wijzen de heren op de scheve verhouding tussen eigendom, huren, en sociale woningen. Het afschaffen van de woonbonus, zoals hier gesuggereerd, is intussen een feit, maar de grote problemen zijn daarmee niet opgelost. Want met fiscaliteit voer je geen huisvestingsbeleid. Daarom starten ze de ‘woonzaak’, een juridische duw in de rug om het woonbeleid in de juiste richting te krijgen.
Vragen en discussiepunten
DeWereldMorgen: Wooncrisis: “Hoeveel jobs moeten onze kinderen en kleinkinderen combineren om huur of lening te betalen?”
Zo zie je dat er nog altijd de gewoonte is dat de werkgever je transportkosten grotendeels betaalt. Treinlijnen werden doorgetrokken tot de verste dorpen met goedkope abonnementen waarvan de werkgever een groot deel betaalt.
En een ander speerpunt in het beleid is de nieuwe stedelingen helpen aan het gemakkelijk verwerven van een eigendom. Dat zorgt ervoor dat de arbeiders zich settelen waardoor de werkgevers zekerheid hebben op stabiele arbeidskrachten. En daarnaast zorgt een lening op lange termijn er ook voor dat men minder geneigd is om te gaan staken. Dit beleid werd bij ons in alle snelheid voortgezet, ook na de oorlog. Vandaar de uitdrukking: ‘De Belg is geboren met een baksteen in de maag’. Het is een bewust socio-politiek beleid.
Volgens cijfers uit 2012 (we wachten nog op nieuwe cijfers die dit jaar uitkomen) komt de helft van de huishoudens in Brussel uit de arbeidersklasse met een gemiddeld laag loon. Ongeveer veertig procent van de bevolking is eigenaar van een woonst. Het zou me niet verbazen dat het aantal ondertussen gedaald is. Zestig procent van de mensen die in Brussel wonen zijn dus huurders. En we hebben ongeveer zeven procent sociale woningen. Dit betekent dat de meerderheid van de Brusselse inwoners huurders zijn op de privé-markt waar de prijzen de laatste vijftien jaar de pan uit swingen. In sommige gemeenten zoals St Gilles, Vorst etc. zijn de prijzen zelfs verdubbeld in twintig jaar tijd.
Een andere functie is de kapitalistische functie, namelijk de snel stijgende waarde van onroerende goederen die het een gegeerd investeringsproduct maken bij investeerders om hun portefeuille te diversifiëren. Deze twee functies staan haaks op elkaar.
Als we de markt vrijlaten, klinkt het, dan zal de vraag en het aanbod op de woonmarkt elkaar in evenwicht houden. Deze overtuiging beantwoordt helaas niet aan de realiteit als het gaat om essentiële goederen zoals woonst. En dat vertaalt zich niet alleen in de huurprijzen maar ook in de aankoopprijzen.
De ontwikkelaars bouwen buildings met dure appartementen die opnieuw gegeerde goederen worden voor investeerders. En eens daar geïnvesteerd wordt, stijgen ook de prijzen in de wijk rondom die nieuwbouwprojecten. Dus in plaats van een daling van huur- en koopprijzen, krijg je net het omgekeerde effect.
Apache: Verlaging registratierechten niet meer dan ‘gemorrel in de marge’
Bovendien zit in deze lineaire maatregel een mattheuseffect ingebakken, benadrukt De Decker. Iedereen betaalt 3% registratierechten op de aankoopprijs van de eerste woning, dus: hoe duurder de woning, hoe hoger de nominale korting. De extra korting op de registratierechten van ‘bescheiden’ woningen onder de 220.000 euro blijft dan wel bestaan, ze zal eveneens halveren, tot maximaal 2.800 euro – volgens De Decker een habbekrats.
MO*: Na de klimaatzaak, nu de woonzaak?