Geweld in het nieuws
Naar aanleiding van de aanslagen in Brussel, Kopenhagen en Parijs maakte Karrewiet nieuwsreportages. Karrewiet trachtte de informatie zo goed mogelijk op maat van haar publiek van -12-kinderen te brengen.
Je kan de filmpjes bekijken via Het Archief voor Onderwijs:
- Reportage Karrewiet over aanslag in Kopenhagen
- Reportage Karrewiet over aanslag in Parijs
- Reportage Karrewiet over aanslag in Brussel
Let op: om de reeks te bekijken, moet je eerst aanmelden. Heb je nog geen account? Maak er gratis een aan met je lerarenkaartnummer.
Mediawijs schreef in verband met dit onderwerp een artikel over hoe je moet praten met je kinderen over geweld en aanslagen in het nieuws:
Hoe kun jij thuis hiermee aan de slag?
“Ik ben echt zo bang als ik het hoor op het nieuws denk ik dat het naar hier gaat komen”
1. Kinderen komen hiermee in contact, nu of later
Een herhaling van het Journaal vroeg in de ochtend, een reportage van Karrewiet, een verdwaalde krant op de keukentafel of in de trein, een filmpje op sociale media, de radio die toevallig opstaat, gesprekken op de speelplaats of in de klas… kinderen komen dit geweld tegen. En het is goed mogelijk dat jij niet in de buurt bent, zeker niet als ze online gaan op een smartphone of tablet. Probeer daarom het onderwerp aan te snijden op een onbewaakt moment of ga er met hen zo vlug mogelijk over in gesprek als je er wel bij bent. Vermijd dat vlak voor het slapengaan, doe het tijdens het koken of bij de afwas. Plots slecht slapen, nachtmerries, opnieuw bedplassen, terreur naspelen, agressief doen of net heel teruggetrokken kunnen een teken zijn dat je kind ergens mee zit.
“k ga over 3 maanden naar parijs dus hopelijk is het dan nie”
2. Neem ze serieus, maar stel ze gerust
Voor een kind kunnen zulke beelden heel dicht op hun vel komen. Hoe meer ze zich erin herkennen (bv. bij jonge slachtoffers of wanneer het dichtbij is of ze via via iemand kennen die…), hoe meer het hen aangrijpt. Erken hun gevoelens, zeg dat je begrijpt dat ze zich zo voelen, het is ook iets ergs. Zeg hen zeker niet dat ze zich maar een beetje flink moeten houden. Maar klop het ook niet op, voed hun angst niet. Zitten ze met heel concrete angsten (bv. omdat ze binnenkort naar Parijs of Brussel of op reis of … gaan), ga daar dan ook op in, en leg uit dat dit daar los van staat. Stel ze gerust. Leg er de nadruk op dat:
- dit heel uitzonderlijk is, de kans dat je een ongeluk hebt in huis is véél groter, dat Brussel of Parijs of … niet voortdurend een onveilige stad is,
- de kans heel klein is dat zoiets gebeurt,
- allerlei hulpverleners en politiemensen hard bezig zijn om mensen bij te staan, daders te pakken en alles veilig te maken,
- de daders dit niet doen door je kinderen zelf en niet om juist hen te treffen.
Het kan je kind helpen om b.v. een tekening te maken over wat het voelt.
“Ze hebben op een filmpje gezegd dat ze ook naar Brussel komen en mijn ouders zijn gescheiden en mijn papa woont in Brussel ! :(:(:(“
3. Laat het kind het gesprek leiden en vul met mondjesmaat aan
Laat vooral je kind vertellen wat het weet en waar het mee zit. Hou je eigen gevoelens hierbij onder controle en maak duidelijk dat je kind bij jou terecht kan. Wees eerlijk, maar geef je kind slechts beknopte informatie over de algemene lijnen. Gruwelijke details of een ingewikkelde uitleg over hoe het nu precies in elkaar zit hebben ze niet nodig.
“Ik ben BANG van de vluchtelingen en voor laaters als ik groot gaat zijn ik hoop dat er geen oorlog komt door die vluchtelingen”
4. Stel ernstige misvattingen bij en gebruik de juiste woorden
- Terroristen van IS zijn terroristen van IS (of ISIL of Daesh), noem ze geen moslimterroristen. Of ze nu moslim zijn of niet, dat doet hen niet verschillen van andere mensen of andere terroristen. Dat ze bij IS horen wel.
- Heel wat vluchtelingen lopen net voor dezelfde groep van mensen uit hun land weg. Ze hebben niets te maken met de aanstokers en uitvoerders van het terrorisme.
- Er staat geen ‘leger’ aan onze landsgrenzen, het gaat om een klein aantal terroristen. Ze willen mensen bang maken en ze willen aandacht. Door verschrikkelijke dingen te doen zorgen ze dat iedereen over ze praat.
“MEER dan 120 doden ik ga nooit meer naar parijs”
5. Leid hen er ook wat van weg
Sluit het gesprek af met een overgang naar iets leuks, speel samen een spel, doe iets waar je kinderen van houden. Het is ook een goed idee om zelf het goede voorbeeld te geven door rustig te blijven, je dagelijkse routine verder op te nemen en niet te vaak stil te staan bij wat gebeurd is. Als je kinderen erg geraakt zijn door het nieuws, dan kan je hen er ook een tijdje wat van weg houden. Bijvoorbeeld door etenstijd te laten samenvallen met de start van het nieuws, door de krant minder zichtbaar te bewaren…
Je kunt – eventueel samen met hen – een aantal instellingen van browsers, sociale media, enz. aanpassen om hen minder met zulke beelden te confronteren. Let wel: dit is slechts een filter, het houdt niet alles tegen en het is zéker geen vervanging voor praten met je kinderen.
- Zoek online naar welke filterinstellingen je kunt instellen op je toestellen: http://bfy.tw/2nyZ.
- Het ‘vanzelf afspelen’ van facebookvideo’s uitzetten:
- Voor de website: https://www.facebook.com/settings?tab=videos en die optie op ‘uit’ zetten.
- Voor de apps: https://www.facebook.com/help/1406493312950827/list
“Help ik ben zooooooooooooooooooooooooo bang.”
6. Hou rekening met de leeftijd van je kind
Jonge kinderen kunnen nieuws niet in een breder verband plaatsen, en weten niet wat er geloofwaardig is en wat niet, maar ook jongeren hebben moeite om feiten en meningen van elkaar te scheiden.
- 7 jaar en jonger: tot een jaar of vier kunnen kinderen realiteit en fantasie moeilijk scheiden, tot een jaar of 6 betrekken ze alles op zichzelf en op een mogelijke scheiding van jou. Beelden van kinderen in nood raken hen sterk. Laat hen zo weinig mogelijk contact met beelden van geweld en nood. Erken hun gevoelens en zorgen, maar stel hen gerust dat al het mogelijke gedaan wordt om hen veilig te houden. Vraag niet per se door, jonge kinderen vergeten soms vlug, veel vragen kan het dan juist erger maken.
- 8 tot 12: hou op die leeftijd vooral rekening met het karakter van jouw kind, sommigen kunnen best praten over zo’n onderwerp, anderen zijn toch wel wat gevoelig. Hou herhaling van dergelijke beelden bij hen weg, omdat dat zorgt voor een groter gevoel van onveiligheid. Veel kinderen van die leeftijd bekijken ‘goed en kwaad’ heel zwart-wit. Het is goed om hen de basis van vooroordelen en verschillen uit te leggen, maar pas op met veralgemenen. Je kinderen nemen dat zonder nuance over. Leg hen de zaken uit in hun woorden (bv. ruzie). Vraag ook naar wat ze al weten, want misschien moet je enkele dingen die ze leerden van vriendjes wel bijstellen. Volg op waar ze online naartoe surfen en bekijken en blijf hierover met hen praten. Stel eventueel in overleg enkele filters in.
- Tieners gaan op zoek naar hun eigen mening. Ga hier zeker over in gesprek, maar bied je eigen mening aan, tracht hem niet op te leggen. Respecteer hun mening en geef hen argumenten om met bepaalde zaken in de media wel of niet akkoord te gaan. Sommige pubers vinden het stoer om naar extreme filmpjes te kijken en die rond te sturen. Geef aan dat je begrijpt dat ze nieuwsgierig zijn, maar dat dit onaanvaardbaar geweld is. Tracht hen het bredere verhaal te leren begrijpen.
Extraatje
Leer je kind Awel kennen. De vrijwilligers van Awel luisteren naar kinderen en jongeren en helpen hen een oplossing zoeken voor hun vragen. Je kinderen kunnen ernaar bellen (102), chatten, mailen of iets posten op hun forum.